Eens, tijdens een wandeling in het park vertelde Eva de kinderen
hoe God alles had geschapen. God zei dat de mens voor alles
mocht zorgen, ze hadden de dieren een naam gegeven. Om te zien
of de mens echt van Hem hield maakte God een tuin met allerlei
lekkere vruchten. "We mochten eten van alle vruchten, behalve
van de vruchten van de 'boom van de kennis van goed en kwaad'."
|